Op deze fietstocht nemen we je mee naar waar eind 19de eeuw – nog puur natuur – de Peel lag. Al fietsend waant je je al snel in een openluchtmuseum met een grote verscheidenheid aan boerderijen. Boerderijen die vaak op een mooi landgoed liggen. Onderweg maak je kennis met het jongste deel van de gemeente Gemert-Bakel. Grootschalige ontginningen eind 19de en begin 20ste eeuw veranderden de Peel van een drassige hei in het huidige productielandschap. Deze gebeurtenissen trokken zakenlui en pioniers uit heel Nederland aan en dat kun je goed zien aan de verschillende bouwstijlen. In deze periode zijn ook de kerkdorpen Elsendorp en De Rips gesticht. En nog een bijzonder detail: veel boerderijen hebben een naam op de gevel.
We vangen onze rondrit aan op de Gerele Peel 50. Dit is een typisch voorbeeld van een langgevelboerderij: een rechthoekig boerderijtype waarbij voorhuis, stal en schuur aan elkaar zijn gebouwd. Alle deuren zijn geplaatst in de lange gevels. Dit type boerderij was algemeen in de Belgische en Nederlandse Kempen. De boerderij aan de Gerele Peel is in 1925 gebouwd. Om de kosten te drukken werden geen bakstenen gebruikt, maar stenen die van cement waren gemaakt.
De Petronella Hoeve vind je aan de Gerele Peel 26 en is een kortgevelboerderij. De boerderij werd omstreeks 1926 gebouwd. In tegenstelling tot de langgevelboerderij bevindt de ingang naar het woonhuis zich bij de kortgevelboerderij in de voorgevel. Een dergelijke boerderij is ook veel breder en gedrongener dan de langgevelboerderij. De meeste kortgevelboerderijen stammen uit de 19de en begin 20ste eeuw, maar er bestaan ook oudere exemplaren. Veel boerderijen van dit type zijn geclassificeerd als monument.
Via landwinkel De Reijse Heerlijckheid aan de Rooijehoefsedijk 82 komen we in Landgoed De Sijp. In de landwinkel vind je informatie over de geteelde gewassen, een winkel met verse groenten/fruit en streekproducten. Bovendien is er een terrasje.
In 1895 werd Landgoed De Sijp door bankier Abraham Hendrik Ledeboer (Enschede) aangekocht. Hij was ook de eigenaar van het nabijgelegen landgoed Stippelberg. Het werd de eerste grootschalige ontginning die niet uitsluitend op de bosbouw was gericht. Uiteindelijk werden er 6 boerderijen op het landgoed gebouwd.
Eén van de 6 boerderijen is De Sijp aan de Ripseweg 51. Deze ‘boerderij’ werd ongeveer in 1906 gebouwd. Feitelijk was het een voorwerkerswoning die ook in gebruik was als paarden- en ossenstalling. Het pand is onlangs helemaal gerenoveerd.
Verder fietsend komen we bij een derde type boerderij, de kop-(hals)-rompboerderij met de fraaie naam Gertrudahoeve. Dit type komt vooral voor in Friesland en Groningen en dankt zijn naam aan de gelijkenis met een liggende koe: het woonhuisgedeelte is de kop, het middengedeelte de hals en de schuur de romp. De Gertrudahoeve werd omstreeks 1929 gebouwd en is typerend voor de ontginningsboerderijen in de Peel, die invloeden laten zien uit heel Nederland.
Naast de boerderij staat het Lancaster- en burgemeester Wijtvlietmonument met infopaneel. Op het paneel valt het verhaal te lezen van het neerstorten van de Lancaster en over de weigering van burgemeester Wijtvliet om in het laatste bezettingsjaar (1944) arbeiders uit zijn gemeente aan te wijzen om Vliegveld B84 De Rips (de Sijp-Elsendorp) aan te leggen in opdracht van de Duitse bezetter. Hij is hiervoor gevangengenomen en na verblijf in diverse concentratiekampen vermoord in Buchenwald.
We zijn aanbeland in het Bosmuseum De Rips. Themapanelen vertellen in één oogopslag hoe het gebied veranderde van heide naar bos. Ook kunt je de fiets even de fiets laten en een wandeling maken langs een van de gemarkeerde routes. Het Bosmuseum ligt aan de rand van Landgoed De Stippelberg. Door De Stippelberg loopt de Peelrandbreuk. De Peel leende zijn naam aan deze geologische breuklijn, die zo’n beetje loopt van Roermond via Meijel, Liessel, Deurne, Bakel, Gemert, Uden naar Heesch. De breuklijn scheidt de relatief omhoog bewegende Peelhorst van de relatief omlaag bewegende Roerdalslenk.
Als we onze tocht voortzetten komen we via de Klotterpeel bij een T-boerderij aan de Jodenpeeldreef 2. Deze boerderij is omstreeks 1940 gebouwd. Een T-boerderij wordt ook wel Betuweboerderij genoemd, omdat dit type vooral te vinden is in de Betuwe. Maar ook elders in Nederland, zoals in Brabant, werd dit type gebouwd. De T-boerderij is ontstaan uit de zogenoemde krukhuisboerderij of krukboerderij. Door de gestegen welvaart werd van bestaande boerderijen het woonhuis naar één kant uitgebreid. Daardoor ontstond een L-vormige plattegrond met een brede voorgevel met haaks daarop het bedrijfsgedeelte. Van bovenaf zie je iets wat erg lijkt op een deurkruk, wat meteen ook een verklaring is voor de naam. Het is gemakkelijk te begrijpen dat wanneer het woonhuis naar beide kanten werd uitgebreid er een T-vormige plattegrond ontstaat: de T-boerderij.
De volgende stop is een kortgevelboerderij: Den Dorscherstee aan de Burgemeester Van den Wildenberglaan 46. De boerderij stamt uit 1924, maar het huidige gebouw is van 1954. De naam betekent zoveel als: ‘het huis van de loondorser’. In de tuin van deze boerderij staat een Mariakapel, die gebouwd werd naar aanleiding van een bijna-doodervaring van de bewoonster in 1990. Zij kreeg een visioen van Maria dat zij als Maria van Liefde geëerd wilde worden. De kapel is door de bewoners ontworpen en gebouwd in 1994.
We blijven nog even in de buurt van De Rips en bezoeken de Leliana Hoeve aan de Oploseweg 2. De boerderij is ca. 1930 gebouwd in opdracht van Pieter Schoen uit Zaandam. In die tijd was hij een van de grootste verfindustriëlen van Nederland. Deze Pieter Schoen heeft meerdere boerderijen laten bouwen in De Rips. Bij deze boerderij staat het woonhuis dwars op het bedrijfsgedeelte.
Groot Tammel (Vinkepeel/Roelvinklaan 4) is een Friese kop-rompboerderij uit ca. 1925. Opdrachtgever was Adam Roelvink, president van de Twentsche Bank, die een stuk grond kocht waar hij nog meer boerderijen liet bouwen. Heel apart is de naam van de boerderij op een gevelsteen omgeven door siermetselwerk.
De familie Roelvink kocht ook Landgoed De Bunthorst. Dit landgoed werd ontgonnen volgens het gangbare model: grote, rechthoekig vakken bos en akkerland werden aangelegd, gescheiden door lanen die beplant werden met Amerikaanse eik.
In de tijd van de grootschalige ontginningen werden de gronden vooral aangelegd voor bosbouw. De Nederlandse Heidemaatschappij voerde het werk uit onder aansturing van een voorwerker. De voorwerker woonde ook vaak op het landgoed in de voorwerkerswoning. Daar werden ook de ossen die het land omploegden gestald. In die tijd was de algemene mening dat de Peelgronden te arm waren om iets ander dan bosbouw te bedrijven. Maar toen kwam de kunstmest en kon bijna alles verbouwd worden.
Als voorlaatste punt op de route zijn we aanbeland in Landgoed De Krim. Uniek in de gemeente is dat de natuur in De Krim nooit ontgonnen werd. Andere delen van de Peel, zoals de Klotterpeel, zijn in oude glorie hersteld. De Krim had tot 1920 diverse eigenaren en pas toen is er een kleinschalig landbouwbedrijf opgezet. Het overgrote deel is nooit bewerkt en bestaat nog altijd uit natte heide en drie vennen. Heel bijzonder is de aanwezigheid van een pingo, een overblijfsel uit de laatste ijstijd. In Eskimotaal betekent pingo ‘kleine heuvel’. De kern van een pingo bestond uit zuiver ijs. Na de ijstijd bleef alleen een cirkelvormig meer of krater over.
Laatste halteplaats is Hoeve De Dompt, die eerder de Anna Hoeve heette. De Annahoeve was de naam van een proefbedrijf op Landgoed De Dompt en werd gebouwd rond 1910. De opdracht kwam van Van Musschenbroek uit Baarn, eigenaar van de Amsterdamse Landbouw Maatschappij De Peel. Kenmerkend voor het gebouw is de zeer grote omvang, zeker als je dat vergelijkt met de vele kleine keuterboerderijtjes in de buurt, en het experimentele ontwerp. Het bestaat uit een woonhuis en verder koeien-, varkens- en paardenstallen. Oorspronkelijk was er plaats voor 200 varkens, 60 koeien en 26 paarden. Ook in termen van dierenaantallen was het een gigantisch bedrijf. Gaandeweg werden delen van De Dompt verkocht en daaruit heeft de dorpskom van Elsendorp zich gevormd.
De Annahoeve ontleende haar naam aan de dochter van Van Musschenbroek. Zij had ook de eerste steen gelegd. In 1926 werd de naam veranderd naar Hoeve De Dompt en werd ook de naam op de gevelstenen gewijzigd.