Neergestorte vliegtuigen in Elsendorp 1940-1945

Verteld door Rien Wols van het Brabants Historisch Informatie Centrum.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er boven Nederland zo’n 6.000 militaire vliegtuigen neergestort. Ruim 1.000 daarvan zijn er in Noord-Brabant terecht gekomen. Dan gaat het zowel om geallieerde (Britse, Amerikaanse en Canadese vliegtuigen met bemanningen die uit nog veel meer nationaliteiten bestonden) als Duitse vliegtuigen.
Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.

Op 1 augustus 1942 stortte om 02.25 uur een Vickers Wellington IC bommenwerper neer van het 16 OUT. Het was een van de 29 vliegtuigen die die nacht verloren gingen bij een bombardementsvlucht op Düsseldorf. Het vliegtuig werd neergeschoten door een Duitse nachtjager en kwam neer op de Vossenberg in Elsendorp. De volledige bemanning kwam om: piloot F/S E.G. Robertson; Sgt. H.L. Cox; F/S L.G. Harvie; Sgt. D.H. Kurtz en Sgt. Hueston. Deze laatste werd na de oorlog herbegraven op de Canadese erebegraafplaats in Groesbeek, de anderen liggen op de militaire begraafplaats in Woensel

Op 27 augustus 1942, om 23.23 uur, stortte er opnieuw een Vickers Wellington III neer. Dit toestel was van het 156 Squadron, op weg naar Kassel. Ook van dit vliegtuig kwam de voltallige bemanning om het leven: piloot P/O J.W. Longhurst; F/S J.W. Stuart; P/O M. Millidge; P/O R.W. Byers en Sgt. A. Blogg liggen begraven in Woensel.

Op 11 september 1942 was het opnieuw raak: een Duitse nachtjager schoot een Vickers Wellington IC van het 20 OTU (Operational Training Unit)neer. Dit keer was het doel Düsseldorf geweest. Ook de bemanning van dit toestel overleefde het niet: piloot Sgt C.A. Sherman; Sgt. E.T. Briggs; Sgt. E. Milton; Sgt. A. Hocholas en F.W. Gennette werden in Woensel begraven. Gennette en Sherman werden na de oorlog overgebracht naar de Canadese begraafplaats in Groesbeek. Een ander toestel van deze aanvalsgolf stortte die nacht in Uden neer.

Op 23 juni 1943 crashte om 01.59 uur een Duitse Messerschmitt Bf 110G-4 van het 3./NJG 1. De piloot was Hptm M. Meurer.

Een maand later, op 26 juli 1943 werd om 00.46 uur bij het buitengoed Cleefswit een geallieerde bommenwerper van het type Lancaster III neergeschoten door Duitse nachtjagers. Dit toestel was van het 103 Squadron en werd gevlogen door S/Ldr G.R. Carpenter.

Het Lagebericht van de bevelhebber der Wehrmacht in Nederland meldt onder de Abwehrerfolge van deze week dat er twee leden van de bemanning dood gevonden zijn en dat één bemanningslid gevangen is genomen. Over het lot van de anderen zijn er geen mededelingen.

Maar inmiddels weten we dankzij Ruud Wildekamp, Bernard Ploegmakers en Ad Otten meer. In Gemerts Heem 54 (2012), nr. 2, p.23-28 doen ze verslag van hun onderzoek naar de “Crash Elsendorp 26 juli 1943”. De Duitse piloot die de Lancaster met zijn Me 110-G neerhaalde was Majoor Werner Streib van NJG1. De Lancaster was onderweg naar Essen. De bommen die het aangeschoten toestel nog loste, richtten hier en daar flinke schade aan en ook bij de uiteindelijke crash explodeerde een deel van de bomlading, met grote schade als gevolg.

Vijf van de acht bemanningsleden kwamen om. De lijken van boordschutter Sgt James Henry Thornton (21) en boordwerktuigkundige Sgt Kenneth Charles Tate (26) werden gevonden vlakbij de krater die het exploderende toestel had geslagen. De overblijfselen van navigator P/O John Albert Basil Cooper (een Australiër) (21) en boordschutter Sgt George Harry Newbolt (21) werden de volgende dag gevonden, de laatste op kilometers van de crashplaats. Pas drie dagen later, op 29 juli, ontdekte men het lijk van de tweede piloot, F/Sgt Kenneth Archer (23) in een roggeveld, zo’n 100 meter van het wrak verwijderd. In de buurt lag ook een nog niet ontplofte bom. Die werd pas op 5 augustus tot ontploffing gebracht. Tot die tijd werd de nabijgelegen boerderij ontruimd.

Vier van de omgekomen bemanningsleden zijn begraven op de militaire begraafplaats te Woensel, in graf EE 83 (Archer), EE 84 (Tate), EE 91 (Cooper) en EE 93 (Thornton). Newbolt ligt begraven op het Nijmeegse oorlogskerkhof Jonkerbos, graf 15 H 5.

Uiteindelijk waren er drie overlevenden: piloot Sq/L Carpenter, bommenrichter Sgt J.M.I. Bucklitsch en radiotelegrafist Sgt Jimmy L. Brazil. Bucklitsch vond onderdak bij de familie Bontrup in Oploo, maar koos zelf voor krijgsgevangenschap. Ook Carpenter en Brazil vonden onderdak en werden verder geholpen door de ondergrondse. In Brussel werden ze echter verraden en gevangen genomen. Via Parijs en de Gestapo-gevangenis in Fresnes kwamen ze uiteindelijk in het krijgsgevangenenkamp Stalag IV B terecht.

Ook in Lieshout, Nistelrode en Oisterwijk werden die nacht geallieerde bommenwerpers neergeschoten.

Op 25 september 1944 ten slotte, crashte om 16.00 een Spitfire IX van het 412 Squadron op 2 kilometer ten noordoosten van Elsendorp. De piloot van dit toestel was F/O H.W. McLeod.

Veel meer weten we niet van deze vliegtuigcrashes. Hebben andere bemanningsleden het overleefd? En zo ja, wat is er dan vervolgens met hen gebeurd? Zijn er aan de grond slachtoffers gevallen of gebouwen beschadigd? Waar precies zijn ze neergekomen? We hopen dat er in Elsendorp nog mensen zijn die hier meer van weten!